• Huisvesting
  • E. cuniculi
  • Myiasis
  • Mijten
  • Voeding
  • Gebit
  • Vaccinatie

Huisvesting

Huisvesting

Een konijn is een groepsdier en moet dan ook altijd minstens één maatje hebben. Daarnaast houden ze van ruimte. De leidraad is twee vierkante meter per konijn.

Binnen en buiten

Een buitenkonijn is het gelukkigst in een ruim, tochtvrij hok met een grote veilige konijnenren. U kunt uw konijn ook los laten lopen. Dan is het dier echter minder goed beschermd tegen roofvogels, katten en giftige planten. Een konijn kan ook binnen gehouden worden. Mits het dier een ruime kooi heeft, het liefst met een verdieping en/of ren.
Let u -als uw konijn losloopt- op of alle snoeren goed zijn weggewerkt?

De inrichting

Een konijn moet altijd hooi, een etensbakje en een drinkflesje tot zijn beschikking hebben. Konijnen houden van spelen, dus wij raden u aan om speelgoed in de kooi te leggen. Een goed hok beschikt over schuilmogelijkheden, zoals een donker en tochtvrij nachthok. Als bodembedekking kunt u stro, hennepvezel, houtkorrel, katoenbedding of beukensnippers gebruiken.

Verschonen

De konijnenhokken moeten minimaal één keer per week schoongemaakt worden. Voor konijnentoiletten geldt dit elke dag of om de dag. Een vies hok trekt vliegen aan en daar kunnen konijnen ziek van worden. Wij raden u aan om het hok een keer per half jaar, of als het dier ziek is geweest of is overleden, grondig te ontsmetten. Dit kan met Dettol of Halamid.

Meer informatie over de huisvesting van uw konijn? Wij geven u graag advies!

  Terug naar boven

E. cuniculi

E. cuniculi

Wanneer uw konijn met een slepend pootje loopt, regelmatig struikelt, een scheve kop heeft of omrolt, kan het dier E.cuniculi hebben. Ook kan veel drinken en plassen een aanwijzing zijn. Het is belangrijk om snel actie te ondernemen, want het konijn kan volledig verlamd raken.

E.cuniculi is een parasiet. Konijnen kunnen drager zijn zonder daar zelf ziek van te worden, maar wel andere konijnen besmetten. Bij konijnen met een verminderde weerstand kan de parasiet zich snel vermeerderen. Hoe sneller een behandeling gestart wordt, hoe groter de kans is dat de parasiet overwonnen wordt en het konijn volledig herstelt.

In veel gevallen daalt de lichaamstemperatuur van een konijn met E.cuniculi. Wanneer het dier het te koud heeft (de normale temperatuur ligt tussen de 38 en 39,5 graden Celcius) is het raadzaam het konijn op te warmen met kruiken, een warmtemat of eventueel een warmtelamp. Bij een te lage lichaamstemperatuur kan het konijn geen voedingsstoffen opnemen en zal de medicatie niet goed aanslaan.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze dierenkliniek.

  Terug naar boven

Myiasis

Myiasis

Myiasis is een infectie met maden. Myiasis komt meestal voor bij oude, zieke of dikke konijnen tijdens warme, vochtige temperaturen. De dieren kunnen hun vacht niet goed schoonhouden. Vleesvliegjes, die eitjes in de vacht leggen, worden aangetrokken door de geur van urine en ontlasting in de vacht en de ontstoken huid. De maden komen uit de eitjes van de vliegen en kruipen onder de vieze haren en richten dan veel schade aan de huid aan.

Voorkomen is beter dan genezen! Daarom is het belangrijk om dagelijks de vacht van uw konijn te controleren. Vooral de achterhand (bij de anus en genitaliën) en de buik zijn favoriete plekken voor maden. Zorg ervoor dat de vacht klitvrij is, dat het hok schoon en droog is en voorzie het hok van een hor tegen de vliegen. Nomyiasis is een spray die deze infectie voorkomt.

Heeft uw konijn last van maden? Neem dan zo snel mogelijk contact met ons op. De maden graven zich in de huid en spieren en veroorzaken ontstekingen. Het gevolg is dat het konijn in shock kan raken en overlijdt.

  Terug naar boven

Mijten

Mijten

Konijnen kunnen last krijgen van verschillende soorten mijten, waaronder de oormijt, de huidmijt ofwel vachtmijt en de jeukmijt ofwel schurft.

Huidmijt

Huidmijt ofwel vachtmijt bij het konijn wordt voornamelijk veroorzaakt door Cheyletiella parasitovorax en Leporacarus gibbus. Konijnen kunnen huidmijt bij zich dragen zonder dat ze er last van hebben. Bij warmer weer of bij verminderde weerstand neemt het aantal mijten veelal toe en ontwikkelt het konijn op zijn rug en schouder een droge, schilderige, rode huid. De Cheyletiella parasitovorax kan zowel konijnen als katten, honden en mensen besmetten.

Andere mijten

Minder voorkomende huidmijten zijn Trombicula automnalis, Trombicula irritans en Dermanyssus gallinae. De larven van de Trombicula soorten en de Dermanysus galinae zitten vooral op de kop (oren, rond de ogen, kin), in de hals en op de schouder en onder de voorpoten. Beide parasieten leiden tot intense jeuk en de vorming van huidvlekken en puistjes. De larven zijn met het blote oog te zien, evenals de mijten van de Dermanyssus gallinae. De vogelmijt zuigt bloed en is grijs of rood van kleur.

Krabt uw konijn veel of ziet u dat uw dier veel huidschilfers heeft? Maak dan een afspraak met onze dierenkliniek. Wij kunnen een oppervlakkig afkrabsel van de huid onder de microscoop bekijken en de juiste medicijnen voorschrijven.

  Terug naar boven

Voeding

Voeding

Het spijsverteringsstelsel van een konijn is gebouwd op vezelrijk en caloriearm voer. Daarom eten konijnen de hele dag hooi. Ze hebben veel vezels nodig om de darmen te laten bewegen en het bevordert de slijtage van tanden en kiezen. Ze eten ook gras. Wij raden u aan ze het gras zelf te laten eten of het voor de dieren te plukken. Gemaaid gras kan gas veroorzaken.

Water

De meeste konijnen drinken ongeveer 50 ml per kg lichaamsgewicht. Het is belangrijk om het water iedere dag te verversen. Drinken uit een bakje is natuurlijk. Het nadeel is dat het water sneller wordt omgestoten of vuil wordt. Zorg er daarom voor dat het bakje zwaar is of bevestig het aan de tralies. Een flesje is hygiënischer, maar niet ieder konijn snapt het. Door een beetje wortelsap of banaan op het tuitje te doen, leert u konijnen uit een flesje te drinken.

Groenten en fruit

Een gevarieerd maal is goed voor uw dier. Groenten zijn goed, bijvoorbeeld andijvie, broccoli en witlof, maar laat ze wel rustig wennen aan nieuw voer. Konijnen hebben namelijk gevoelige darmen. Teveel suikerrijke groenten, zoals wortels, veroorzaken plakpoep. Ditzelfde geldt voor fruit. Fruit is gezond, maar geeft het met mate!

Droogvoer

Dankzij droogvoer eten konijnen toch een grote variatie aan wilde planten en kruiden en krijgen ze de nodige vitaminen binnen. Gemengd voer bevat verschillende voedingsstoffen en ziet er kleurrijk uit. Het voedsel bevat echter minder vezels, meer vetten en het gevaar is dat het konijn bepaalde stukjes laat liggen en dus voedingsmiddelen tekort komt. Bij biks is de samenstelling van elke korrel hetzelfde. Selectief eten is dus uitgesloten. Een konijn heeft dagelijks 20 à 25 gram voer per kilogram lichaamsgewicht nodig. Een konijn van 2 kilogram mag dus 40 à 50 gram droogvoer eten per dag. Jonge konijntjes mogen onbeperkt droogvoer krijgen, op voorwaarde dat ze al hun blindedarmkeutels opeten.

Extraatjes

Konijnen houden van snoepen. De meeste konijnensnoepjes die in de dierenwinkel verkrijgbaar zijn, bevatten echter veel suikers en zijn helemaal niet gezond. Verantwoorde snoepjes zijn rozijnen, een klein korstje brood of een tarwe are.

Blindedarmkeutels

Konijnen eten blindedarmkeutels, rechtstreeks uit de anus. Ze zien eruit als kleine druiventrosjes, hebben een zwarte kleur, glimmen een beetje en hebben een sterke geur. Ziet u deze keutels liggen? Dan krijgt uw konijn waarschijnlijk teveel droogvoer of is het konijn te dik waardoor hij niet bij de anus kan.

Voor meer informatie over gezonde voeding voor uw konijn kunt u terecht bij de dierenkliniek.

  Terug naar boven

Gebit

Gebit

Voor konijnen zijn tanden van levensbelang. Wij raden u daarom aan om het gebit van uw konijn regelmatig te controleren. Produceert uw dier veel speeksel, is zijn kin nat, eet hij minder of is hij vermagerd? Dan kan het dier gebitsproblemen hebben.

Een konijn is een goede knager. Dit komt mede doordat tanden en kiezen diep in het bot verankerd zijn. De tanden en kiezen van konijnen hebben een open wortel en groeien gedurende hun hele leven door. Ze slijten door te kauwen op voedsel. Het is belangrijk dat groei en slijtage met elkaar in evenwicht zijn.

Het kan zijn dat haakjes op de kiezen de tong en wangen beschadigen. Dit is pijnlijk waardoor een konijn minder of zelfs stopt met eten. Ook komt het voor dat de blindedarmkeutels niet meer gegeten worden (acaecotrofie). Ze blijven in de vacht rondom de anus plakken. Het gevolg? Een verhoogd risico op Myiasis (vleesetende vliegenlarven) in de zomermaanden.

Ziet u een afwijking of denkt u dat uw konijn last heeft van zijn gebit? Maak dan een afspraak voor een gebitscontrole.

  Terug naar boven

Vaccinatie

Vaccinatie

Konijnen kunnen vanaf vijf weken oud gevaccineerd worden tegen de ziekten myxomatose en VHD. Dit zijn ernstige, dodelijke konijnenziektes. Wij raden u aan de vaccinatie ieder jaar te herhalen.

Myxomatose

Myxomatose wordt overgebracht door (stekende) insecten en door direct contact met een ziek konijn. Bij de klassieke vorm ontstaan er zes tot tien dagen na de besmetting zwellingen op de oogleden, oren en/of de genitaalstreek die zich steeds verder uitbreiden. Er is geen behandeling mogelijk tegen het virus, we kunnen een ziek dier hooguit ondersteunen met pijnstillers en antibiotica. Bij milde varianten is overleving mogelijk maar meestal wordt (omdat de klachten zo heftig zijn) overgegaan tot euthanasie.

Viraal hemorragische ziekte (VHD/ RHD)

Deze ziekte wordt veroorzaakt door een RNA-virus. VHD tast hoofdzakelijk konijnen van negen weken en ouder aan en de overdracht vindt plaats via rechtstreeks contact of via besmet voer of bodembedekking. In de meeste gevallen sterft een besmet dier al voordat de ziekteverschijnselen optreden. In minder acute gevallen ademt het konijn moeilijk en is er sprake van neusuitvloeiing en zenuwverschijnselen.

Eind 2015 is een nieuw type VHD/RHD vastgesteld (RDH- type 2) in Nederland. Het ziekte verloop is langzamer dan bij de RHD1 variant, een konijn dat geïnfecteerd is met de RHD1 variant  zal veelal binnen 24-48 uur sterven. Bij RHD2 bedraagt deze termijn gemiddeld drie tot vijf dagen. Wat opvalt is dat bij de RHD2 variant ook dieren jonger dan vier weken leeftijd kunnen komen te overlijden.

Wij adviseren alle konijnen eens per jaar te vaccineren met Nobivac Myxo-RHD-Plus.

  Terug naar boven